(lat.) drieman; triumviraat: driemanschap, in het bijzonder gebezigd van het verbond van Caesar, Pompejus en Crassus in 60, en vernieuwd in 56 v. Chr., welk verbond echter geheel een privaat karakter had, terwijl daarentegen in 43 v.
Chr. Antonius, Octavianus en Lepidus zich door een wet als triumviri reipublicae constituendae (d. w. z. voor de reorganisatie van den staat) lieten benoemen. Voorts bestonden er nog colleges van driemannen te Rome, zooals de Tresviri capitales, met de nachtelijke politie, het voltrekken van doodvonnissen enz. belast; de Tresviri aere argento auro flando feriundo, de muntmeesters.