Gepubliceerd op 14-03-2021

Triticum

betekenis & definitie

L., tarwe, weit, (fam. Gramineae).

Van de gekweekte soorten zijn de voornaamste: T. vulgare V i 11, met twee verscheidenheden; T. hibernum L., wintertarwe (onderste kroonkafje zonder naald) en T. aestivum L., zomertarwe (met naald); T. spelta L., spelt, waarvan de vruchtjes nauw door de kroonkafjes worden omsloten, zoodat zij bij het dorschen er niet uitvallen; T. turyidum L., reuzentarwe met buitengewoon dikke aren; en vervolgens twee soorten met tweezijdige aren: T. dicoccum S c h r k., emerkoorn, gortrijst en T. monococcum L., éénkoorn. Zie ook Agropyrum en Graanproductie.

< >