L., waternoot, plantengeslacht der fam. Onagraceae. T. natans L. met lijnvormige, ondergedoken bladeren en langgesteelde ruitvormige, getande drijvende bladeren, was vroeger inlandseh in vijvers.
De vrucht is een harde, éénzadige, eetbare noot, omgeven door de kelkbladtanden, die in harde doornen uitloopen. De rijpe noten vallen op den bodem, waar zij zich met hunne doornen in den modder vasthaken en in de lente ontkiemen. In China wTorden de noten van T. bicornis L. als „ling” of „leng” in den handel gebracht.