fransch wiskundige, geb. 28 Sept. 1698 te St. Malo, ging 1718 in militairen dienst, waaruit hij na- enkele jaren weer ontslag nam om zich aan de studie te wijden.
Hij werd 1731 bezoldigd lid der parijsche Academie, ging later naar Londen, vervolgens naar Bazel en leidde in 1736 de graadmeting in Lapland. Hij publiceerde daarover het voortreffelijk werk: La figure de la ter re 'déterminée par les observations de Maupertuis, Claizault, Camus, Le Monnier, Outliier, Celsius (Amsterdam 1738, met platen). In 1740 gaf hij gehoor aan een beroep van Frederik II naar Berlijn, om als president der Academie op te treden. Hij vergezelde den koning in het veld en werd in den slag van Mollwitz gevangen genomen. In Weenen werd hij door den keizer zeer eervol ontvangen en hem toegestaan, naar Berlijn terug te keeren. Hier werd hij later in verschillende quaesties betrokken, waarin o. a. ook Voltaire tegen hem partij koos. In 1756 ging M. naar Frankrijk en hij begaf zich 1758 naar Bazel, waar hij 27 Juli 1759 overleed.
