patriarch van Constantinopel, 806—15, werd om zijn vroomheid en geleerdheid, nog leek zijnde, op den patriarchalen zetel van Constantinopel verheven. Hij ondersteunde keizer Nicephorus I krachtig om de sporen van den beeldenstrijd zooveel mogelijk te doen verdwijnen, doch trad, toen keizer Leo V die rampzalige twisten weder deed herleven, als beslist voorstander der orthodoxe leer op en werd derhalve in ballingschap gezonden, waarin hij overleed (829).
Hij deed tegen de beeldstormers drie vermaarde geschriften het licht zien, Antirrhetici genaamd, en schreef bovendien de geschiedenis van het rijk van 602 tot 769.