lat. dichter der 17de eeuw, geb. in 1595 in Hongarije, trad vroegtijdig in de orde der Jezuïeten, ging 1623 naar Rome en nam daar door zijn lat. gedichten zoo zeer den toenmaligen paus Urbanus VIII voor zich in, dat deze bij de verbetering van het brevier aan hem de vervaardiging der hymnen opdroeg. Afgunst en nijd noodzaakten hem naar zijn vaderland terug te keeren; hij verkreeg een leeraarsbetrekking te Wilna en werd vervolgens hofprediker.
Hij stierf in 1640 te Warschau. Zijn gedichten Lyricorum libri III verschenen te Keulen in 1625 en zijn later herhaaldelijk uitgegeven.