Gepubliceerd op 23-02-2021

Kong (china)

betekenis & definitie

of Koeng, prins, chineesch staatsman, geb. 1822, overl. 1898, was de derde zoon van keizer Tao Koeang en de broeder van keizer Hieng-Foeng. In 1858 maakte hjj deel uit Van de commissie, belast met het geding van Ki-Yng, die te Nanking eigenmachtig met de Engelschen een overeenkomst had gesloten; in 1859 werd hij benoemd tot lid van het departement van Koloniale aangelegenheden, in 1860, na de inneming van Peking door de Franschen en de Engelschen, was hij gevolmachtigde bij het sluiten van den vrede te Tien-Tsin.

Toen Hieng-Foeng naar Yehoi was gevlucht, had K. de leiding der zaken tegenover de Gealliëerden alleen in handen. Dit belette niet, dat hij van 1861 tot 1894 verschillende malen de ongenade van het hof moest ondervinden, in laatstgenoemd jaar echter werd hij benoemd tot president van het Tsong-li-Yamen teneinde met Li-Hung-Tschang de Koreaansche aangelegenheden te regelen en maatregelen tegen Japan voor te bereiden. Maar Li-Hung-Tschangs toenemenden invloed wist den zijne allengs geheel te verdringen.

< >