koning van Numidië, zoon van een achterkleinzoon van Masinissa, Hiempsal II, stond in den strijd tusschen Caesar en Pompeius aan de zijde van dezen laatste. Caesars onderbevelhebber Gaius Scribonius Curio werd met twee legioenen, die hij naar Afrika had overgebracht, door hem en den aanhanger van Pompeius, Attius Varus, in 49 v.
Chr. verslagen. Na den slag bij Pharsalus verzamelden zich bij hem de aanhangers van Pompeius onder Quintus Metellus Scipio. Met deze leed hij de nederlaag tegen Caesars wapenen in den slag bij Thapsus in 46, na welk verlies hij zich van het leven beroofde.Zijn zoon, Juba II, werd in Rome opgevoed. Augustus, die hem met de jongere Cleopatra, een dochter van den triumvir Antonius en Cleopatra van Egypte, in den echt verbond, schonk hem in 25 v. Chr. het koninkrijk Mauretanië. Hij overleed 24 na Chr. en verwierf zich grooten naam door tal van geschiedkundige, kunsthistorische, geografische en andere werken, waarvan de overblijfselen door C. Müller in het derde dl. der „Fragmenta historicorum graecorum” (Parijs 1849) verzameld zijn.