fransch publicist, geb. te Londen uit fr. ouders 1815, overl. te Parijs 1892, kwam in 1840 aan het „Journal des Débats”, behandelde er de buitenlandsche staatkunde en bestreed die van de regeering. Na den val van het tweede keizerrijk verdedigde hij de politiek van Thiers, was een oogenblik, in 1875, monarchaal gezind, maar keerde terug tot de parlementaire republiek.
In 1880 werd hij tot senator voor het leven en gezant te Brussel benoemd. Laatstgenoemden post bekleedde hij echter niet lang. Behalve zijn artikelen in de „Débats”, de „Revue des Deux Mondes” en de „Matin”, schreef hij: La vie de Frummel (1844), L^a cour de Berlin (1846), La cour de Saint Petersbourg (1846), Carcline de Brunswick (1846), Etudes critiques et biographiques (1862).
