Gepubliceerd op 14-03-2021

Henricus timmer

betekenis & definitie

geb. 1791 te Westerbork, overl. 1870; schreef: Proeve eener theoretische en praktische menschkunde (2 dln. 1834, een vrije bewerking van de „Anthropologie” van Kant), Over de oorzaken der godsd. dweperij in Nederland (in samenspraken, 1834), Over de zonderlinge uitwerkselen der menschelijke verbeeldingskracht (als voren, 1837), Het Idealisme of de licht philosophie der 19e eeww (in betrekking tot het christendom beschouwd en van het standpunt der christ. openbaring en de ervaringswijsbegeerte wederlegd, Gron. 1846) enz.

< >