Gepubliceerd op 17-02-2021

Gottschee

betekenis & definitie

1) District van het oostenrijksche kroonland Krain, 1158 km.2 groot, in 1900: 42.151 meest r.-kath. inw., die voor V3 duitsch spreken; 39 gemeenten; is verdeeld in de kantons G., Grosslaschitz en Reifnitz.

2) Stad, hoofdplaats van het district G., aan de spoorlijn Grosslupp—G. (55 km.), in 1900: 2421 inw.; vakschool voor houtindustrie en houtdraaierij, electriciteitswerk, allerlei industrie. Drukbezocht toeristenstation. In de nabijheid de door de Oostenrijksche toeristenclub toegankelijk gemaakte prachtvolle Friedrichsteiner ijsgrot en andere grotten, met een eigendommelijke holenfauna (Proteus anguineus, Anophthalmus Bilimekii, Leptodirus Hohenwartii).

< >