grootste rivier van Scandinavië, ontspringt in het noorweegsche ambt Söndre-Throndhjem (Zuid-Drontheim), uit het Aursundmeer, een klein bergmeer in de nabijheid van Röraas, doorloopt allereerst de woudrijke dalen Osterdalen, Solör en Odalen, wendt zich bij Kongsvinger naar het westen, doorloopt het meer Ojeren, zet daarop, versterkt met het water van de Vormenelv en het Mjösenmeer, haar loop in zuidelijke richting voort, vormt bij het landgoed Hafslund, niet ver van Sarpsborg, den 22 meter hoogen waterval Sarpen of Sarpfoss, en ontlast zich bij Frederiksstad in het Skagerrak. De G., 567 km. lang, is tot Sarpen, 12 km. boven de monding, en boven den waterval nog over 32 km. bevaarbaar.
Bij hoogen waterstand gaat een deel van haar water naar het zweedsche meer Wenern. Het stroomgebied van de G. bedraagt 41.000 km.2. Door haar dal loopt een spoorbaan.