Gepubliceerd op 23-02-2021

Franz von miklosich

betekenis & definitie

grondlegger der moderne slawistiek, geb. 20 Nov. 1813 te Luttenberg in Stiermarken, studeerde te Graz in de rechten en kwam 1838 naar Weenen, waar hij zich op de slawistiek ging toeleggen en 1844 een betrekking kreeg aan de k. k. hofbibliotheek. In 1849 werd hij tot buitengew., 1850 tot gewoon hoogl. in de slawistiek benoemd aan de universiteit ald. en was als zoodanig werkzaam tot 1886.

Zijn hoofdwerk is de Vergleichende Grammat ik der slaiu. Sprachen (4 dln., Weenen 1852—75; dl. 1, 3 en 4 in 2den dr., 1879, 1876 en 1883); hierbij sluit zich het Etymologisches Wörterbuch der slaiv. Sprachen (ald. 1886) aan. M. nam als uitgangspunt overal het oudsloweensch (kerkslawisch) aan, dat hij als in Pannonië inheemsch beschouwde, welke hypothese hij in de inleiding van zijn Altsloiven. Eormenlehre in Paradigmen (ald. 1874) trachtte te bewijzen. Voorts publiceerde hij een Lexicon linguae slovenicae veteris dialecti (ald. 1850), geheel omgewerkt als Lexicon palaeoslovenico-graeco-latinum (ald. 1852—65).

Van belang is voorts zijn artikel Glagolitisch in de Encyclopedie van Erseh en Gruber (1858), waarin hij tracht te bewijzen dat het glagolitisch schrift ouder is dan het cyrillisch. Het meerendeel zijner talrijke verhandelingen is verschenen in de „Denkschriften” en „Sitzungsberichten” van de Academie van Weenen; wij noemen hier alleen Die Bildung der slaw. Personennamen (1860); Die Bildung der Ortsnamen aas Personennamen im Slawischen; Die slaw. Ortsnamen aas Appellativen; Veber die Mandarten and Wanderungen der Zigeuner Europas (1872—80); Die Blatrache bei den Slawen (1887). M. overl. 7 Maart 1891 te Weenen.

< >