Gepubliceerd op 29-01-2021

Elis

betekenis & definitie

In het oude Griekenland het westelijk kustlandschap van den Peloponnesus, tusschen Achaia, Messenië, Arcadië en de Ionische zee; het was verdeeld in drie hoofddeelen : F/is in engeren zin in het N., waarvan het westelijk deel het „holle Elis”, het oostelijke ’t bergland, Acroria, heette ; Pisatis in het midden en Triphyüa in het Z. De beschrijying der Ouden van E. luidt als volgt: de gebergten van Achaia, en Arcadië loopen van het N. en het 0. in het land : de rotsachtige Scollis (nu Santa Mari) in het N., de Erymanthus (nu Olonos), Lampea (nu Astras) met sneeuwkruin; ten Z. daaraan sluit de hoogvlakte Pholoë, nu Plateau van Lala (op de grenzen van Arcadië); door Triphylië loopen in een westelijke richting het Phellogebergte (nu Palatia), dat de grensscheiding vormt langs Pisatis, Minthes (nu Smerna) en Lapithas (nu Alverna). De kust is grootendeels vlak, zelfs moerassig, slechts 2 punten verheffen zich daar wat hooger, het voorgebergte Chelonatas (nu kaap Tornese), de westelijke uithoek van den Peloponnesus, on ten Z. het voorgebergte Ichthys (nu Katakolo). Het land is rijk aan water. De Pcneus (rivier van Gastuni) daalt af van den Erymanthus en stroomt in een westelijke richting door het holle Elis, den van het Z. stroomenden eleïschen Ladon opnemende. In de nabijheid van het voorgebergte Ichthys ontlast zich de Sellenis, nog zuidelijker de uit Arcadië komende Alpheus, nu liufia, die hier aan zijrivieren ontvangt: rechts de Erymanthus (Doana), ten deele grensrivier tusschen Arcadië, voorts Cladeus, Enipeus; links de Diagon (grensrivier tusschen Arcadië), Dalion, Acheron, Selinus. In Triphylië stroomt de Anigrus, (rivier van Hagios Isidoros), met den zijtak Acidas of lardanes; aan haar mond vormt zij de stinkende poelen van Caiapha. Nog zuidelijker stroomt de grensrivier van Messenië, de Neda (Buzi). De cylleensche golf, naar de havenstad Cyllene geheeten, strekt zich zuidwaarts uit tot aan het voorgebergte Chelonatas; tusschen dit en Ichthys ligt de chelonatische zeeboezem, waaraan ten Z. de cyparissische grenst. Havens liggen er niet langs de kust. — Het klimaat is gezond en aangenaam, behalve in de vochtige laag gelegen landen. De vlakten zijn geschikt voor den landbouw en hier groeit de Byssusstruik; de hoogten bieden heerlijke weiden aan, — en dit alles vereenigd met de heilige rust, verschafte aan het land den naam van een eeuwigen vrucht- en lusttuin. Bij de oude Autochthonen van Oenomaus en Pelops zouden zich vóór Homerus twee verwante thessalische volkstammen gevoegd hebben, de Epeërs en Aetoliërs; in Triphylië worden Cauconen en Minyers uit Laconië vermeld; 6 steden der laatste werden volgens Herodotus spoedig door de Eleërs verwoest. De bevolking was talrijk, tenminste 300000 zielen op 40 (volgens anderen CO) [ j mijlen. Steden in r.ii/e.nlijk Klis: Buprasium, op de grenzen van Aehaia, Myrsinus (later Myrtuntium), Cyllene (Glavenza), versterkte havenstad van Elis, on Paleopoli, hoofstad van het land, dooiden Peneus doorsneden, eerst in 471 v. (1, gesticht, met een acropolis en drie grootc gymnnsiën, Pylus, het eleïsche geheeten, ter onderscheiding van het triphylische en messenische. aan den Ladon, 70 stadiën van Olympia, Ephyra, oude stad der Pelasgen aan den Sellenis. — In Acroria lagen de grensvestingen Lasium, Thraustus en Thalamae. — ln l’isuiis: 1’isa, oude hoofd stad van het rijk van Pelops, door de Spartanen na den derden messenischcn oorlog zoo geheel verwoest (455 v. C.), dat men reeds in de oudheid aan haar bestaan twijfelde. Olympia, aan den rechter oever van den Alpheus, geen stad, maar een uitgestrekte aanleg van tempels, bosschen enz. aan den samenloop van Cladeus en Alpheus, bekend door de beroemde Olympische spelen. Van Olympia naar Elis liep aan den voet van het gebergte langs de kust de heilige weg, waaraan Dyspontium lag, verwoest in den oorlog tusschen de Eleërs en Pisaeërs; verder Harpinna, Cycesium, belangrijkste stad in Pisatis, Letrini, Phea. In I'n'p/iiilia: Epithalium, het Thryoessa van Homerus, ten Z. van den Alpheus, dicht bij haar monding; Suillus aan den Selinus, dooide Spartanen aan Xenophon geschonken. Ten Z. daarvan de rots Typaeum, van welke de vrouwen werden neergeworpen die de olympische spelen hadden bijgewoond. Samieum of Samia, Arene, belangrijk uit een krijgskundig oogpunt, dewijl het den pas tusschen liet Minthes-gebergte on de moerassen der kust beheerschte; het triphylische Pylus (niet de zetel van Nestor) aan den Mamnus; Lopreum (Strowitzi), Maeistus Epeum.

In het tegenwoordige Griekenland vormt het landschap Elis sinds de nieuwe wet van 6 (IS) Juli 1859 een nomos met 8 deinen, in 1896 met 91.425 inw.; hoofdstad is Pyrgos ; tot 1899 vormde E. met Achaja een nomos.

< >