Dsjidda

betekenis & definitie

of Dsjedda Zeestad in het turksche vilajet Hedsjas, 95 km. w. van Mekka, welks havenplaats zij is, strekt zich uit aan den rand van een woestijn, heeft breede straten met hooge, goedgebouwde huizen, van koraal- of madreporenkalk, talrijke minaretten en bazars, die tot de beste van het geheele oosten behooren; de stad is omgeven door een aantal bedoeïnendorpen bestaande uit armelijke hutten. De invaart door de drie ingangen in de met kleine koraalbanken bezette haven is niet zonder gevaar; de stad heeft geen tuinen, geen eigen producten voor den uitvoer, ook geen drinkwater behalve regenwater. Voor de muren ligt het door de mohamedanen hoogvereerde „graf van Eva”. Het klimaat van D. is uitermate ongezond, de temperatuur bedraagt dikwijls 40° C. en wanneer de samoem woedt zelfs 55°; de van de kust waaiende westewind wordt echter nog meer gevreesd. De bevolking, omstreeks 30.000 zielen, bestaat uit een mengsel van verschillende oostersche volken. D. is de groote landingsplaats der Mekkagangers. De stad drijft handel en was vroeger het brandpunt v/h handelsverkeer tusschen Arabië en de tegenovergelegen kusten van Afrika; onder de invoerartikelen nemen textielwaren de eerste plaats in, hierop volgen koren, koffie, thee, suiker, gerst, rijst, boter, specerijen, drogerijen, tapijten, hout, metalen, petroleum, tabak en kolen ; uitgevoerd worden paarlmoer, huiden, dadels, hennah, gummi, honig en was. Trots de bewaking der oostkust van Arabië door kruisers worden nog steeds uit de streken van den Boven-Nijl en de Gallalanden slaven naar D. gebracht. D. staat sinds 1840 onder turksche heerschappij; 15 Juni 1858 richtten de mohamedanen hier een bloedblad aan onder de christenen, waarbij ook de engelsche onderkoning Page en de fransche consul Eveillard vermoord werden ; de stad werd daarop door een op 25 Juli aangevangen driedaagsch bombardement, dat 5 Aug. nog eens herhaald w^erd, getuchtigd (door het eng. schip „Cycloon”).