Gepubliceerd op 20-01-2021

Diedenhofen

betekenis & definitie

1) Kreits in het district Lotharingen, 946% km.2, in 1900 115,623 inw., omvat de 5 kantons: Diedenhofen, Fentsch, Kattenhofen, Metzerwiese en Sierck, tezamen met 102 gemeenten.

2) D., fransch Thionville, hoofdpl. v. d. kreits en v. h. kanton D. (21 gem., 57,230 inw.), vestingstad derden rang, 28 km. van Metz, 16 km. v. d. fransche, 12 v/d luxemburgsche grens, aan den linkeroever der hier 120 m. breede Mosel, welke boven D. een zijtak uitlaat die de stad omloopt en zich beneden deze weer met den hoofdstroom vereenigt, aan de lijnen Koblenz-Trier-D. (181 km.), D.-Teterchen-Völklingen (70 Jtm.), D.Algringen-Fentsch (16 km.), Saarburg-MetzLuxemburg, is zetel v.h. kreitsbestuur, van een r.-kath. aartsdiaken, en heelt (1900) 10,060 inw., met inbegrip van het 2700 man sterke garnizoen; overblijfselen van romeinsche en middeleeuwsche vestigbouwkunde, groote militaire gebouwen, zaag- en oliemolens, bierbrouwerijen, looierijen, wijnbouw, drukken handel in wijn, groenten, ooft en vee. De vestingwerken zijn van een verouderd stelsel. D., in de middeleeuwen Theodorus Villa, midden 10l,e eeuw Diedenhowen, was reeds in de 8,te eeuw een koninklijke pfalz, waar Pepijn de Korte hof hield; in 805, 816, 821 en 835 werden hier rijksdagen gehouden: bij het verdrag van Mersen in 870 kwam D. aan Duitschland; later behoorde de plaats tot de heerlijkheid Arlon, kwam aan Luxemburg, verkreeg in 1357 stedelijke rechten, werd in 1443 door Filips van Bourgondië en in 1639 door de Franschen vruchteloos belegerd, echter in 1558 en 1643 (onder Condé) door deze laatste ingenomen, kwam, intusschen bourgondisch en met de Nederlanden oostenrijksch en spaansch geworden was, tijdens den Pyrrheneeschen vrede in 1659 aan Frankrijk en 1871 aan het Duitsche rijk.

< >