Dammar (hars)

betekenis & definitie

(maleisch: hars) Dammarahars, katteoog-hars, steenhars. In Indië naam van allerlei harssoorten, vooral van die welke afkomstig zijn van Dammara-soorten; meestal vloeien deze harsen vanzelf en dikwijls in vrij groote hoeveelheid uit den stam der planten; soms echter is het maken van insnijdingen noodig; de bekendste soort is de dammar poetih, afkomstig van Dammara alba. De D. behooren tot de harde harssoorten; eenmaal in de lucht hard geworden bevat zij weinig of geen etherische olie, zij hebben een doorschijnend witte of geelachtige kleur en zijn amorph; zij lossen gemakkelijk op in ether, chloroform, benzol, zwavelkoolstof en in etherische en vette oliën, slechts ten deele in alcohol en petroleum-ether. Men gebruikt ze voor het maken van vernissen, in chloroform opgelost tot het afsluiten van microscopische preparaten, bij het batikken, voor flambouwen enz. Per jaar wordt uit Nederl. Oost-Indië voor meer dan een millioen gulden uitgevoerd (ruim D/2 millioen kilogr.) Dammar laoet is een hars van een Canariumsoort, dammar bitan een van Canarium rostratum en C. longiflorum, twee op de Molukken voorkomende boomen; laatstgenoemde soort wordt vooral voor het breeuwen van prauwen gebruikt.