Cylon

betekenis & definitie

Athener uit het geslacht derEupatriden, bad in 640 v. C. te Olympia eene overwinning behaalde en gehuwd was met de dochter van Theagenes, tyran van Megara. In ’t jaar 612 stelde hij zich ter onderdrukking der overige Eupatriden aan ’t hoofd eener samenzwering, waarbij hij ondersteund werd door eene godspraak, om op het groote feest van Zeus den burcht te bezetten; daarvoor hield hij de olympische spelen, niet bedenkende dat de Atheners op een anderen tijd, ter eere van Zeus Milichius buiten de stad de Diasia vierden. De archont Megacles, zoon van Alcmaeon, sloot den bezetten burcht in, zoodat er spoedig gebrek ontstond. Cylon en zijn broeder namen de vlucht. De anderen zetten zich als smeekelingen bij het altaar van Athene op den burcht, hetwelk zij niet verlieten dan na de belofte dat hun leven gespaard zou worden, ontvangen te hebben. Men brak die echter en vermoordde hen, sommigen zelfs bij de altaren der Erinyen, werwaarts zij de wijk hadden genomen. Dit met toestemming van Megacles gepleegd verraad was een groote heiligschennis, en daarom werd zijn geheel geslacht, de Alcmaeoniden, beschouwd als gebukt gaande onder den vloek en de wraak der góden, en in de volgende partijtwisten kwam dit telkens weer op den voorgrond, ofschoon door Epimenides van Creta eene reiniging en verzoening van dit geslacht beproefd was.