Gepubliceerd op 20-01-2021

Cornelis boonzajer

betekenis & definitie

Nederl. rechtsgeleerde, geb. te Arnhem, 21 Sept. 1754, studeerde te Franeker, werd in 1778 advokaat bij het hof van Holland, nog in hetzelfde jaar conrector, in 1780 rector te Gorinchem, beoefende ook de letterkunde, bewerkte een nieuwe uitgave van Teuthonista van Schueren, doch stierf voor de voltooiing, 8 Jan. 1792.

< >