of cafeïne, ook theïne of guaranine, C8H10N4O2, een in witte glinsterende naalden kristalliseerende pl antenbase van bitteren, scherpen smaak, die het werkzaam bestanddeel der koffie en thee uitmaakt en ook voorkomt in de guarana, een samentrekkende specerij, die de Guarani-Indianen in Zuid-Amerika bereiden uit de zaden van de Paullinia sorbilis Mart. De C. werd in 1820 in de koffie ontdekt, later, in 1838, werd bewezen, dat zij identisch is met de in de thee voorkomende theïne.
In groote hoeveelheden genomen werkt C. vergiftig, in kleine hoeveelheid, zooals zij in de koffie en thee voorkomt, wekt zij het zenuwgestel op, zonder echter eenige voedingswaarde te hebben. In de geneeskunde wordt C. aangewend tegen migraine of, ter vervanging van digitalis tegen hartaandoeningen. Zie ook Theomobrine.