duitsch publicist, geb. 1777 te Cassel, werd na den terugkeer van den grootvorst van Hessen in 1814 regeeringsraad en in 1817 raad bij het hof van appel te Cassel. Na de ontbinding der stenden in 1832 werd hij lid en voorzitter der permanente commissie en stemde voor de eerste aanklacht door deze tegen den minister Hassenpflug ingediend, die hem daarop den toegang tot den volgenden landdag belette.
Toen het Maart-ministerie van 1848 tot stand was gekomen, spande hij voortdurend zijn krachten in om een constitutioneel-monarchale staatsregeling te doen invoeren, terwijl hij na het optreden van het ministerie Hassenpflug in 1850 niet ophield dit op heftige wijze te bestrijden. P. overl. in 1852. Hoofdwerk: Praktische Ausführungen aus allen Theilen der Rechtswissenschaft (8 dln., Hann. 182b—44).