(Graaf) Russisch generaal, geb. 4 Oct. (23 Sept.) 1769, overl. op zijn landgoed Grusino, 3 Mei (21 April) 1834. Hij stond in hooge gunst bij czarowitsch Paul, die keizer geworden, hem met eerbewijzen en geschenken overlaadde.
Hij maakte zich door zijn barbaarsche ruwheid algemeen gehaat. In 1799 viel hij bij czaar Paul in ongenade. Trots zijn algeheele ongeschiktheid koos Pauls opvolger, Alexander I, hem tot zijn vriend en raadsman; met overdreven strengheid zocht hij diens plannen betreffende legerhervorming uit te werken en verwekte door zijn onverstandig optreden meerdere bloedige opstanden. Niettemin kreeg hij steeds meer invloed en had, toen Alexander I zich na 1815 bijna uitsluitend met de buitenlandsche politiek bezighield, de leiding van alle andere aangelegenheden in handen. Keizer Nicolaas I ontsloeg hem in 1825 uit al zijn bedieningen, waarop hij, algemeen gehaat, zich terugtrok.