(„fontein van de zon”) of Bethshemesh, (Zonnestad). Stad in Palestina — thans slechts bouwvallen — 6 mijlen west-zuid-westelijk van Jeruzalem, fraai gelegen op den top van een heuvel, vanwaar men een prachtig vergezicht heeft ; Ain-esh-Shems was een priesterstad van het koninkrijk Juda, en lag nabij het gebied der Filistijnen en van dat van het geslacht Dan.
Eusebius vermeldt haar als 10 romeinsche mijlen van Eleutheropolis, aan den weg van, Nicopolis te liggen. Volgens den Bijbel (1 Sam. VI) brachten de Filistijnen hier de Arke des Verbonds terug. Hier had ook de slag tusschen de Israëlieten en de Judeërs plaats, in welke Jeohas (Joas) Amazia gevangen nam, Bijbel, 2 Kon. XIV : 11—13. Tijdens de regeering van Ahas werd de stad door de Filistijnen genomen; sinds dien tijd wordt zij in de Bijbelsche geschiedenis niet meer genoemd.