Gepubliceerd op 14-03-2021

Adolphe yvon

betekenis & definitie

fransch schilder, 1817— —1893; historiestukken, veldslagen en portretten: Maarschalk Ney op den terugtocht uit Rusland; De bestorming van den Malakoff; Solferino; De charge van de kurassiers bij Reichshofen (1873).

Z

z, de laatste letter van ons alphabet, een medeklinker. Volgens Aristoteles kwam zij reeds voor in het oude alphabet der Grieken, dat Cadmus had ingevoerd. De Latijnen gebruikten haar niet dan in woorden, welke zij uit het grieksch overnamen, als Zephyrus enz., hetgeen tevens schijnt aan te duiden, dat deze letter bij de oude Grieken een andere waarde had dan bij de nieuweren, die haar als een s, maar dan mèt stemtoon uitspreken. In het midden der woorden, welke zij uit het grieksch niet overnamen, maar navolgden, stelden de Latijnen echter de dubbele s daarvoor in de plaats. De Duitschers en Italianen spreken haar uit als tz of dz, en deze uitspraak hebben de latere geleerden haar ook in het grieksch gegeven. De Nederlanders (behalve de Friezen) spreken haar uit als een s mèt stemtoon.

Een gevolg van deze zachte uitspraak der z bij de Hollanders is, dat zij geen anderen medeklinker achter zich heeft dan de w, en dat zoo dikwijls de z bij ons een sluitletter zou moeten worden, zij in een s verandert. In de Slavische talen komen vele samenstellingen met z voor en doen deze letter een verschillenden klank verkrijgen. Zoo klinkt cz in het poolsch en boheemsch als de duitsche tsch, rz in het poolsch als sj of sch, szcz als schsch. Als getalmerk beteekent de Z bij de Hebreeën 90, bij de Grieken, met een streepje er boven, 70, met een streepje er onder 7000. Bij de Latijnen staat de Z, vooral op opschriften, somwijlen voor 2000 en met een streep er boven voor 2000 X 2000, d. i. 4 millioen. Als verkorting beteekende Z bij de Romeinen ⅓ as en ZZ ⅔ as; in de wiskunde is zij het teeken eener derde onbekende, en op fransche munten geeft zij te kennen, dat het stuk te Grenoble geslagen is.

< >