Gepubliceerd op 14-03-2021

Abraham gottlieb werner

betekenis & definitie

duitsch mineraloog en geoloog, grondlegger der geognosie, geb. 1750 in de Opper-Lausitz; 1775 inspecteur bij de academie voor het mijnwezen en leeraar in de mineralogie te Freiberg, wat hij tot zijn dood bleef. Hij grondde zijn geognosie op waarnemingen aan de aardschors en maakte haar tot een geheel empirische of op ondervinding gegronde wetenschap.

Hij stelde het begrip formatie” juister vast; voor Saksen gaat zijne indeeling der formaties in hoofdzaak nog op: hij legde echter te groot gewicht op de mïneralogische eigenschappen der gesteenten, en hield geen rekening met de versteeningen. Werner overleed in 1817 te Dresden. Te Freiberg is in 1850 een gedenkteeken voor hem opgericht. In 1808 werd te Edinburg de Wernerian Society en in 1816 te Dresden de Wernersche Societät gesticht. Voornaamste geschriften: Kurze Klassifikation und Beschreibung der Gebirgsarten (1787), Neue Theorie über Entstehung der Gänge (1791).

< >