Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

shortcut

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] afsnijding, binnendoortje, doorsteek; kortste route, snelste weg

- Ik ken een doorsteek, hobbelig, maar het scheelt ons wel 3 minuten!
- Logisch dat een ambulance bij noodgevallen de snelste weg neemt.

[ict.] snelkoppeling

- Vraagje: als het mogelijk is om met een snelkoppeling te doen wat nodig is, waarom zou je het dan ook nog eens ingewikkeld via een omweg moeten kunnen willen doen?

[elektr.] kortsluiting, sluiting

- Veel branden worden toegeschreven aan kortsluiting, terwijl men overbelasting bedoelt. Het gevaar van kortsluiting is beveiligd door een smeltzekering.

< >