(zelfstandig naamwoord)
[alg.] afsnijding, binnendoortje, doorsteek; kortste route, snelste weg
- Ik ken een doorsteek, hobbelig, maar het scheelt ons wel 3 minuten!
- Logisch dat een ambulance bij noodgevallen de snelste weg neemt.
[ict.] snelkoppeling
- Vraagje: als het mogelijk is om met een snelkoppeling te doen wat nodig is, waarom zou je het dan ook nog eens ingewikkeld via een omweg moeten kunnen willen doen?
[elektr.] kortsluiting, sluiting
- Veel branden worden toegeschreven aan kortsluiting, terwijl men overbelasting bedoelt. Het gevaar van kortsluiting is beveiligd door een smeltzekering.