(zelfstandig naamwoord)
[alg.] voordracht, lezing; leesvoorstelling, voorlezing
- Voor hij cabaretier werd, gaf Fons Jansen lezingen die steeds komischer werden, zodat hij ze uit zijn hoofd leerde. Zijn leerschool.
- Toen de acteur zijn teksten niet meer kon onthouden, ging hij leesvoorstellingen geven.
[psych.] schouw, zielschouwing, karakterlezing
- Wanneer je jouw zielschouwing twee jaar later nog eens laat doen, zul je zien dat jij in die tijd erg veranderd bent.