(zelfstandig naamwoord)
[alg.] opbrengst, resultaat, uitkomst, rendement
- We hebben jaren keihard gewerkt, maar de opbrengst is mager.
[techniek.] rendement, nuttig effect, uitgangsvermogen, uitstoot
- Dankzij de turbo in de kleinste automotoren is de uitstoot van schadelijke gassen afgenomen en het uitgangsvermogen toegenomen.
[fabricage] productie
- Het verlagen van de prijs door het opvoeren van de productie helpt niet, het product moet aantrekkelijker voorgesteld worden.
[ict] uitvoer, resultaat; uitdraai
- De uitvoer is zo betrouwbaar als de juistheid van de invoer maal de correctheid van het algortime. Veel kans op fouten derhalve.