Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

operator

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] organisator

[alg.] centralist(e), telefonist(e)

- Vroeger moest een telefoniste je letterlijk doorverbinden als je een telefoontje wilde plegen.

[alg.] bedienings(vak)man/vrouw, (bedienings)technicus