(bijvoeglijk naamwoord)
[alg.] ontspannend, rustgevend
- Op een ontluikende lentedag door prachtige, afwisselende natuur wandelen zonder dat je iemand tegenkomt, is lekker rustgevend.
[muziek] kalmerend, zweverig
- Noem me een gekke meid, maar na een wilde dansnacht met zwaar hoofdpijngedreun val ik graag in slaap bij een zweverig deuntje.