(zelfstandig naamwoord)
[alg.] chef, bedrijfsleider, hoofd, baas, leidinggevende
- De ambtenaar moest het antwoord schuldig blijven en riep zijn leidinggevende erbij.
[beroep] zakelijk leider, impresario
- Een impresario regelt optredens voor artiesten.
[eigenschap] regelaar, regelmeester
- Zij is een echte regelaar en leidt alles moeiteloos in goede banen.