(bijvoeglijk naamwoord)
[alg.] gedeisd, bescheiden, op de achtergrond, onopvallend
- Na het schandaal besloot de bestuurder zich een tijdje gedeisd te houden tot de verontwaardiging zou zijn geluwd.
[kunst] in grijstinten, droeftonig, grauwgetint
- Rembrandt wisselde droeftonig donker met felle lichtaccenten af.