(zelfstandig naamwoord)
[alg.] vergrendeling, afgrendeling, afsluiting, platlegging
- Na de aanslagen in Brussel is iedereen opgeroepen binnen te blijven en niet meer te telefoneren. Hoelang de vergrendeling gaat duren, is nog onbekend.
- Toen Corona om zich heengreep, leerde heel de wereld wat afgrendeling betekent.