(bijvoeglijk naamwoord)
[alg.] in levenden lijve, in het echt, levensecht
- Leuk dat ik mijn idool eindelijk eens in levenden lijve zie optreden.
[media] rechtstreeks, direct; op zender, in de uitzending, in de lucht
- In deze rechtstreekse uitzending doet de premier zo dadelijk een belangrijke mededeling.
- Er is weer een beller. Goedendag mevrouw, zegt u het maar, u bent nu in de uitzending.
[opname] onversneden, uitvoerings-, ongemonteerd
- Een onversneden versie van dit nummer klinkt veel doorleefder dan een bewerkte.
- De tv zendt een ongemonteerde opname van het popconcert uit.