(samenstelling)
[alg.] sleutel-; top-, kern-, hoofd-, belangrijk(st), thema-; toets(en)-
- Plotseling werd mij duidelijk: van Engelse sleutel-woorden beginnen de meeste Nederlandse tegenhangers niet met sleutel-. Een sleutelmoment!
- Oud brood, beschuit of desnoods paneermeel is een onontbeerlijk ingredi?nt voor een stevige gehaktbal.
- Hoe ziet een Arabisch toetsenbord eruit?