Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

flashlight

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] zaklantaarn, staaflantaarn

- Ik ga de gesprongen zekering vervangen, wil jij met de zaklamp bijschijnen?

[alg.] flitslicht

- Allemaal met gesloten ogen op de foto! Allemaal bang te worden verblind door het flitslicht.

< >