(zelfstandig naamwoord)
[alg.] bewonderaar, vereerder, dweper, dwepie; aanhanger
- Sommige dwepies doen er alles voor om een glimp van hun idool op te vangen.
- Als verstokt aanhanger sloeg hij geen interland over.
[techn. ventilator, waaier
- Bij deze hitte haalt een waaier het niet bij klimaatregeling.