Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

call

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] oproep, melding; telefoontje, belletje; beller, iemand aan de lijn.

- H?, ik zie nu pas dat ik een oproep heb gemist.
- Eén telefoontje en het was geregeld!
- Hebben we een beller? Of we iemand aan de lijn hebben?!

[sport] beslissing

- In of uit? Uw beslissing!

[wetensch.] oproep, uitnodiging, ronde

- Die uitnodiging was een uitgelezen kans een artikel over mijn baanbrekend onderzoek in te slijten.