Werkwoorden vervoegen
vernielen
Tegenwoordige tijd vernielen
Ik verniel
Jij vernielt
verniel jij?
U vernielt
Hij/Zij/Het vernielt
Wij vernielen
Jullie vernielen
Zij vernielen
Verleden tijd van vernielen
Ik vernielde
Jij/U vernielde
Hij/Zij/Het vernielde
Wij vernielden
Jullie vernielden
Zij vernielden
Voltooid deelwoord van vernielen
vernield
Tegenwoordig deelwoord van vernielen
vernielend