Werkwoorden vervoegen
verleiden
Tegenwoordige tijd verleiden
Ik verleid
Jij verleidt
verleid jij?
U verleidt
Hij/Zij/Het verleidt
Wij verleiden
Jullie verleiden
Zij verleiden
Verleden tijd van verleiden
Ik verleidde
Jij/U verleidde
Hij/Zij/Het verleidde
Wij verleidden
Jullie verleidden
Zij verleidden
Voltooid deelwoord van verleiden
verleid
Tegenwoordig deelwoord van verleiden
verleidend
verleien
Tegenwoordige tijd verleiden
Ik verlei
Jij verleit
verlei jij?
U verleit
Hij/Zij/Het verleit
Wij verleien
Jullie verleien
Zij verleien
Verleden tijd van verleiden
Ik verleide
Jij/U verleide
Hij/Zij/Het verleide
Wij verleiden
Jullie verleiden
Zij verleiden
Voltooid deelwoord van verleiden
verleid
Tegenwoordig deelwoord van verleiden
verleiend