Wat is de betekenis van verleiden?

verleiden - Werkwoord 1. (ov) tot kwaad brengen ♢ Adam werd door Eva verleid in de appel te bijten. 2. iemand overhalen om iets te doen of te laten ♢ De reclame probeerde mensen te verleiden om het product te kopen. 3. iemand overhalen om een (seks...

verleiden - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-lei-den 1. hem overhalen terwijl hij het niet wil of mag ♢ zij verleidde hem een snoepje te stelen Regelmatig werkwoord: ver-lei-den ik verleid ...

v., forliede, forlokje, fortokje, bikoare, meislepe; een meisje —, in faem foarby komme; zich laten —, jin foarby komme litte.

bederven vergallen, tegen maken; das ist mir verleidet, daar heb ik de aardigheid af.

...

(verleidde, heeft verleid), 1. van de rechte weg leiden in fig. zin : o mijn volk! die u leiden, verleiden u (Jes. 3 : 12); — door overreding of voorspiegeling bewegen tot het in een bep. genoemde kwaad, bekoren: iem. tot stelen verleiden ; — (oneig.) verlokken: door het mooie weer liet ik mij verleiden uit te gaan...

verleidde, h. verleid (op de slechte weg leiden, tot zonde brengen; minder sterk: verlokken tot): iem. tot zonde verleiden; laat je je niet verleiden tot een wandelingetje?

(verleidde, heeft verleid) 1. op de slechte weg leiden, tot zonde brengen: een jongen -. 2. bekoren, verlokken, betoveren, medeslepen: zijn uiterlijk verleidt dadelijk. ➝ stro, 3. onteren.

(verleidde, heeft verleid), 1. door overreding of voorspiegeling bewegen tot iets: hij wist hem tot samenwerking te verleiden; m.n. bewegen tot iets kwaads: laat je niet door zijn schone beloften verleiden; 2. verlokken: kan ik je tot een bioscoopje verleiden ?