Werkwoorden vervoegen
stranden
Tegenwoordige tijd stranden
Ik strand
Jij strandt
strand
U strandt
Hij/Zij/Het strandt
Wij stranden
Jullie stranden
Zij stranden
Verleden tijd van stranden
Ik strandde
Jij/U strandde
Hij/Zij/Het strandde
Wij strandden
Jullie strandden
Zij strandden
Voltooid deelwoord van stranden
gestrand
Tegenwoordig deelwoord van stranden
strandend