Werkwoorden vervoegen
staken
Tegenwoordige tijd staken
Ik staak
Jij staakt
staak
U staakt
Hij/Zij/Het staakt
Wij staken
Jullie staken
Zij staken
Verleden tijd van staken
Ik staakte
Jij/U staakte
Hij/Zij/Het staakte
Wij staakten
Jullie staakten
Zij staakten
Voltooid deelwoord van staken
gestaakt
Tegenwoordig deelwoord van staken
stakend