Werkwoorden vervoegen
sloten
Tegenwoordige tijd sloten
Ik sloot
Jij sloot
sloot jij?
U sloot
Hij/Zij/Het sloot
Wij sloten
Jullie sloten
Zij sloten
Verleden tijd van sloten
Ik slootte
Jij/U slootte
Hij/Zij/Het slootte
Wij slootten
Jullie slootten
Zij slootten
Voltooid deelwoord van sloten
gesloot
Tegenwoordig deelwoord van sloten
slotend
sluiten
Tegenwoordige tijd sloten
Ik sluit
Jij sluit
sluit jij?
U sluit
Hij/Zij/Het sluit
Wij sluiten
Jullie sluiten
Zij sluiten
Verleden tijd van sloten
Ik sloot
Jij/U sloot
Hij/Zij/Het sloot
Wij sloten
Jullie sloten
Zij sloten
Voltooid deelwoord van sloten
gesloten
Tegenwoordig deelwoord van sloten
sluitend