Werkwoorden vervoegen
onderhandelen
Tegenwoordige tijd onderhandelen
Ik onderhandel
Jij onderhandelt
onderhandel jij?
U onderhandelt
Hij/Zij/Het onderhandelt
Wij onderhandelen
Jullie onderhandelen
Zij onderhandelen
Verleden tijd van onderhandelen
Ik onderhandelde
Jij/U onderhandelde
Hij/Zij/Het onderhandelde
Wij onderhandelden
Jullie onderhandelden
Zij onderhandelden
Voltooid deelwoord van onderhandelen
onderhandeld
Tegenwoordig deelwoord van onderhandelen
onderhandelend