Werkwoorden vervoegen
kwaadspreken
Tegenwoordige tijd kwaadspreken
Ik spreek kwaad
Jij spreekt kwaad
spreek jij kwaad?
U spreekt kwaad
Hij/Zij/Het spreekt kwaad
Wij spreken kwaad
Jullie spreken kwaad
Zij spreken kwaad
Verleden tijd van kwaadspreken
Ik sprak kwaad
Jij/U sprak kwaad
Hij/Zij/Het sprak kwaad
Wij spraken kwaad
Jullie spraken kwaad
Zij spraken kwaad
Voltooid deelwoord van kwaadspreken
kwaadgesproken
Tegenwoordig deelwoord van kwaadspreken
kwaadsprekend