Wat is de betekenis van Kwaadspreken?

kwaadspreken - Werkwoord 1. (inerg) ~ van: iets of iemand ten onrechte op een slechte manier weergeven ♢ Ik heb hem er nooit kwaad van horen spreken. Woordherkomst samenstelling van kwaad en spreken

v., rabje, rabbelje, blaeije, blagje; van iem. —, immen bilabje, bilekje, birabje, forsprekke, fan ’e tried rinne litte, oer ’e skiif rinne litte, de mûle oer immen spiele, immen min meitsje.

...

sprak kwaad, h. kwaadgesproken (opzettelijk het slechte of kwade van iem. vertellen). Opm. Bij lasteren denkt men meer aan valse beschuldigingen.

(Lat. detractio) is het onrechtvaardig aanranden van den goeden naam van den naaste door bekendmaking van diens werkelijk bedreven maar verborgen fouten. Het zonder voldoende reden openbaar maken van inderdaad begane fouten is onrechtvaardig, omdat de goede naam als gemeenschapsgoed het naar buiten zichtbaar gedrag van den mensch als grondslag heef...

(sprak kwaad, heeft kwaadgesproken) van iemand kwaad vertellen dat waar is of vals. Syn. → aanklagen.

(sprak kwaad, heeft kwaadgesproken), het zeggen van woorden of het vertellen van dingen, die iemand in een kwaad daglicht stellen, waarbij het gesprokene (gedeeltelijk) waar of gelogen is.

...

KWAADSPREKEN, (sprak kwaad, heeft kwaadgesproken), opzettelijk iem. in een kwaad daglicht stellen, door dingen van hem te vertellen, hetzij waar, hetzij valsch, die hem niet tot eer verstrekken, (lasteren is meer van ernstigen aard).