Werkwoorden vervoegen
karren
Tegenwoordige tijd karren
Ik kar
Jij kart
kar jij?
U kart
Hij/Zij/Het kart
Wij karren
Jullie karren
Zij karren
Verleden tijd van karren
Ik karde
Jij/U karde
Hij/Zij/Het karde
Wij karden
Jullie karden
Zij karden
Voltooid deelwoord van karren
gekard
Tegenwoordig deelwoord van karren
karrend
karten
Tegenwoordige tijd karren
Ik kart
Jij kart
kart jij?
U kart
Hij/Zij/Het kart
Wij karten
Jullie karten
Zij karten
Verleden tijd van karren
Ik kartte
Jij/U kartte
Hij/Zij/Het kartte
Wij kartten
Jullie kartten
Zij kartten
Voltooid deelwoord van karren
gekart
Tegenwoordig deelwoord van karren
kartend