Werkwoorden vervoegen
handballen
Tegenwoordige tijd handballen
Ik handbal
Jij handbalt
handbal jij?
U handbalt
Hij/Zij/Het handbalt
Wij handballen
Jullie handballen
Zij handballen
Verleden tijd van handballen
Ik handbalde
Jij/U handbalde
Hij/Zij/Het handbalde
Wij handbalden
Jullie handbalden
Zij handbalden
Voltooid deelwoord van handballen
gehandbald
Tegenwoordig deelwoord van handballen
handballend