Werkwoorden vervoegen
gonzen
Tegenwoordige tijd gonzen
Ik gons
Jij gonst
gons
U gonst
Hij/Zij/Het gonst
Wij gonzen
Jullie gonzen
Zij gonzen
Verleden tijd van gonzen
Ik gonsde
Jij/U gonsde
Hij/Zij/Het gonsde
Wij gonsden
Jullie gonsden
Zij gonsden
Voltooid deelwoord van gonzen
gegonsd
Tegenwoordig deelwoord van gonzen
gonzend